Moestuinieren? Zo start je!
Wat leuk om te zien dat mensen in deze bizarre tijd massaal aan het moestuinieren slaan! Ik deel graag wat moestuintips met je. In deze blog leg ik je uit waarom een gezonde bodem absoluut de basis van je moestuin is. En waarom je een wellness voor insecten en dieren wilt creëren in je tuin. Een gezonde bodem is van belang voor gezonde groente. Een gezonde humusrijke bodem zorgt voor voeding voor jouw voeding, waardoor ze sterker worden, beter groeien en bijvoorbeeld beter bestand zijn tegen ziekten.
Humusrijk? Humus smeer je toch op je toastje? Van Dale zegt over humus: hu·mus de; m aarde die ontstaan is uit vergane plantenresten
Uit eigen ervaring weet ik dat zomaar een zaadje in je grond stoppen niet tot het gewenste resultaat kan leiden. Toen ik zo’n 15 jaar geleden wat kruidenplantjes wilde hebben (steeds een paar takjes bij de AH kopen vond ik te duur), besloot ik dat een courgetteplantje ook wel leuk zou zijn. Een deel van de siertuinborder moest plaatsmaken voor groente en kruiden. Ik kocht bij het tuincentrum wat kruidenplantjes en een pakje zaad. Ik bestudeerde de achterkant van het pakje goed en in mei zaaide ik in volle grond een paar courgettes. Daarvan kwam er maarliefst eentje op. En die plant groeide de hele zomer niet groter dan 20 centimeter. En nog erger: hij droeg geen vrucht. Was dat even een tegenvaller! Ik lekker klagen over de producent van de zaden, maar uiteindelijk lag het aan de bodem; onze grond was blijkbaar zo dood als een pier! Keihard: niet doorheen te komen met een schep. Geen lucht, geen bodemleven. Een en al armoede dus. Pas later leerde ik over het belang van een gezonde bodem: de basis voor een weelderige moestuin en idem oogst.
Starten met een moestuin? Leer de bodem kennen. Want de ene bodem is de andere niet!
1. Mulchen
De meeste Hollanders houden van een mooi aangeharkt tuintje. Lekker schoffelen en wieden, alles strak aan kant. Vanuit ‘vroeger’ willen we onze tuin aan het eind van het moestuinseizoen winterklaar maken, of willen we het moestuinseizoen juist beginnen met een strakke kale/lege moestuin. Alles wat groeide en bloeide wordt uit de (moes)tuin getrokken, zodat je moestuin strak en leeg de winter in kan. We hebben nog heel vaak het idee dat dat zo moet, maar als je meer leert over de permacultuur-aanpak, dan ontdek je de waarde van ‘slordig’ tuinieren.
Met dat schoffelen en wieden is op zich niets mis hoor. Maar over dat ‘strak aan kant maken’, daar wil ik het even met je over hebben. Als je naar de natuur kijkt, zie je dat de bodem in een bos bijvoorbeeld nooit strak aan kant is. Daar ligt altijd wel iets half te vergaan, vooral blad en takken.
En dat is nu precíes wat de grond nodig heeft! Wil je gaan moestuinieren? Dan is een gezonde bodem het startpunt. Want, zonder voeding in je bodem geen voeding op je bord. Dus juist alles wat op je bodem valt aan blaadjes, of wortels van half vergane planten in je bodem: lekker laten! Wieden? Helemaal prima, maar pas dan het ‘chop & drop’ principe toe: wieden en laten vallen. Verwijder wel het zaad, tenzij je wilt dat de plant zich daar weer verder verspreidt (dat doe ik dus bewust wél met winterpostelein). De grotere planten en stukken wortels knip of hak ik wat kleiner en ik gooi dit daarna weer terug op de tuinaarde. Het ziet er niet zo Hollands strak en keurig uit, maar je bodem is je dankbaar. Wat je dan aan het doen bent is mulchen. Mulchen betekent: organisch materiaal aan de bodem geven voor voeding en een betere structuur ervan.
Naast deze twee voordelen komt er nog twee extra’s bij: je beschermt je de grond ook tegen o.a. uitdroging bij hitte. Een natuurlijke parasol! Daarna helpt een bedekte bodem juist bij regen tegen het ‘uitspoelen’ van voedingsstoffen uit je bodem.
Ga je (moes)tuinieren? Zorg dan voor een gezonde bodem! Dat kan dus al heel eenvoudig door te gaan mulchen.
Als je eenmaal gaat zaaien, dan is zo’n hele bedekte bodem met half vergane plantjes natuurlijk niet zo handig. Maak de grond vrij waar je gaat zaaien, waar de plantjes gaan groeien, maar de rest van de grond kan je bedekt houden. Nogmaals: we zijn nette strakke stukjes grond gewend, dus het is misschien even wennen. Maar je grond zal je dankbaar zijn.
2. Composteren
En begin als je er de ruimte voor hebt met een composthoop: da’s je eigen hamstervoorraadkelder voor je hongerige tuin! Wij begonnen een aantal jaar geleden gewoon met het dumpen van ons tuinafval in een hoekje. Let erop dat het een schaduwplekje is, dat het vochtig blijft, en dat er geen stenen onder de composthoop liggen; direct contact met de aarde dus. Het liefst heb je je composthoop ook niet vlakbij je terras/leefruimte, en zorg ook dat je buren er geen last van hebben. Een afgelegen stukje in je tuin dus.
Heb je geen mogelijkheid om zelf je compost te maken? Koop dan bij je biokweker bladcompost. Voordat het moestuinseizoen weer van start gaat, krijgen onze moestuinbakken een laagje van ongeveer een centimeter compost. Meer is niet echt nodig. Onderspitten hoeft ook niet; dan doen de wormen voor je. Desnoods werk je het heel licht door je tuinaarde. En gedurende het seizoen krijgen sommige planten nog wat extra voeding. De pompoen bijvoorbeeld. Denk niet dat alle planten veel of extra voeding nodig hebben. Sommige planten gedijen juist op wat armere grond. Lees je dus altijd in zodat je weet wat de behoefte van de plant is.
In deze blog ga ik niet dieper in op hoe je een goeie composthoop maakt. Maar check de website van Velt of de permacultuurwebsite (links onderaan), check filmpjes op youtube of koop het boekje van Bob Flowerdew (perfecte naam!) over composteren.
3. Insectenleven
Takjes en blaadjes zijn een geweldige schuilplaats voor insecten, zowel op en in je tuinaarde, als rondom je moestuin in het algemeen. Insecten hebben net als wij een beetje beschutting en voeding nodig. En insecten zijn weer van groot belang voor onze bodem. Bepaalde insecten en beestjes ploegen de aarde om, poepen de boel vol. Dat vinden we helemaal niet netjes, maar dat is wel wat de bodem nodig heeft om vruchtbare gewassen aan jou terug te geven. Goeie insecten zorgen weer dat schadelijke insecten onder controle blijven. Zo eten lieveheersbeestjes luizen op, vormen slakken een heerlijk maaltje voor egels, en zo zijn er tal van hulptroepen voor je moestuin. En dan is er natuurlijk de bevruchting waar we o.a. onze bijen voor nodig hebben.
Insecten hebben we dus nodig in onze moestuin, op heel veel vlakken. Veel insecten hebben het moeilijk door o.a. bestrijdingsmiddelen, onbewoonbare kale tuintjes, tuinen met een tekort aan bloeiers, of uitheemse planten waar de lokale bijen en vlinders bijvoorbeeld weer niets aan hebben. Of wat dacht je van een overvloed aan tegeltuinen… De woningmarkt voor insecten is dus wat krapper dan zou moeten, en daar kunnen jij en ik iets aan doen gelukkig.
Nadeel: je moet dus even afstappen van het keurig aangeharkte idee. Als je niet heel erg warm wordt van mieren, pissebedden, wormen, duizendpoten, dan heb je gewoon een mooie uitdaging: afstappen van het idee dat je geen ‘enge diertjes’ in je tuin wilt hebben. Niet bang zijn voor bijen. Genieten van lieveheerstbeestjes, vlinders, dikke wormen, libelles, kevertjes en andere medeplaneetbewoners. Is mij ook gelukt, dus komt goed, echt waar.
Voordeel: je hoeft minder op te ruimen, je kunt je herriebladblazer in de schuur laten staan, je krijgt blije beestjes op bezoek. Jouw ecobijdrage aan de biodiversiteit!
Ik noemde net ‘slordig’ tuinieren; dat betekent dus niet dat het een enorme chaos hoeft te zijn in je tuin he. De paadjes kan je gewoon aanvegen, hier en daar maak je hoekjes met bladeren en takjes voor insecten en dieren. En hoe fijner je je mulch maakt, hoe ‘strakker’ het eruit ziet.
4. Doorschietende groente, onkruid en veel bloeiers
Trek niet direct je groente weg als de planten ‘klaar’ zijn met geven van oogst. Door groente te laten doorschieten in je moestuin gaat er van alles na de winter bloeien, waar insecten en beestjes weer heel blij van worden. Want: bloemetjes betekenen voeding! Zo liet ik van afgelopen moestuinseizoen zoveel mogelijk staan wat kon blijven doorgroeien in de winter. Natuurlijk palmkool en boerenkool. Maar ook bietjes, rode kool, snijbiet en rucola bijvoorbeeld. Naast dat we er heerlijk van hebben gegeten afgelopen maanden, levert het ook heel veel bloei op. Terwijl mijn sierplanten nog in winterslaap waren, deden de eerste bijen, wespen, hommels en andere beestjes hun voordeel met deze bloeiende groente. Het was een komen en gaan van allerlei gevleugelde beestjes, wantsen en lieveheersbeestjes. Heel nuttig, maar ook nog eens heel leuk om te zien!
Doorschietende groente? Lekker laten staan dus! Ook hebben bijvoorbeeld de wortels een positieve uitwerking op de grond; ze geven stikstof af, geven lucht in de grond bijvoorbeeld.
Wil je voorkomen dat de groente zich uitzaait? Verwijder ze dan na de grootste bloei, als de planten zaden beginnen te vormen. Je kunt het chop & dropprincipe weer toepassen. Het ís even wennen om allemaal half vergane stukken groen op je moestuin te zien liggen, maar het is voor het goeie doel! Of hak de planten in kleinere stukjes en gooi op je composthoop.
Daarnaast zijn bloemen niet alleen leuk maar ook belangrijk voor het aantrekken van insecten en andere diertjes. Koop niet zomaar een leuk uitziend ‘bijenvriendelijk’ pakje zaad, maar lees dit artikel s.v.p. over inheemse locale bloemen voor biodiversiteit. Was voor mij een eye-opener!
Dus, laat groente vooral even lekker doorschieten, zorg voor veel bloei. En dan als derde tip: zorg voor diversiteit in planten, bloemen én… ‘onkruid’. Onkruid bestaat eigenlijk niet vind ik. Je kunt brandnetels als onkruid bestempelen, maar naast dat ze overigens kneitersgezond zijn, zijn ze de enige plant waarop sommige rupsen hun eitjes leggen, waaruit vlinders (atlanta, gehakkelde aurelia, dagpauwoog, de kleine vos) komen. Diversiteit in je tuin is dus een dikke aanrader!
5. Informatieve websites
Er zijn talloze ec0websites waarover je meer kunt lezen over mulchen, composteren, het verbeteren van je grond, etcetera. Ik ben door de jaren heen heel enthousiast geworden over de eco aanpak in onze tuin. Dat betekent onder andere: géén kunstmest, werken met onbespoten groente, hergebruiken van materiaal dat je al hebt, zaaien met biologisch zaad, werken met de seizoenen. En in het algemeen: vriendelijk voor planeet, dier en mens.
Een paar tips voor informatieve websites:
6. Maar ik wil NU beginnen!!
Ik hoor je denken: leuk allemaal maar ik heb net zaadjes gekocht en wil NU beginnen! Dat snap ik helemaal! Toen wij vorig jaar verhuisden in april, wilde ik direct mijn nieuwe moestuin hebben. Dan wil je niet 3 jaar wachten totdat jouw kurkdroge, morsdode grond een beetje vruchtbaar is geworden. Of jarenlang ploegen tot je kleigrond een beetje bewerkbaar is. Als je budget hebt: koop dan goeie biologische tuinaarde. Bepaal op basis van dit artikel op de website van Velt welk bodemtype jij hebt, zodat je weet wat je nodig hebt. Of je op kleigrond of op zandgrond woont is nogal een verschil. Ga dus niet als een kip zonder kop te werk, dat is achteraf zonde van je tijd energie en geld.
Je kunt gaan werken met moestuinbakken. Deze zijn overzichtelijk en kan je vullen met tuinaarde. Wij kochten vorig jaar tuinaarde van Bio-Kultura. Bakken maken en vullen is een flinke investering, maar daardoor kon ik direct aan de slag. De grond bij ons was een en al zand: dat ging jaren duren om dat met mulchen helemaal weer goed te krijgen. Dat ging ik niet trekken. Echt niet. Hoewel: de borders zijn we dus aan het mulchen en ik weet zeker dat over een tijd deze ook veel gezonder zijn dan nu.
Ga je moestuinieren op volle grond, dan kan je op basis van bovenstaande grondtest je grond gaan aanpakken. Als ik geen whiplash had gehad, dan had ik gekozen voor werken op de volle grond. Ik vind het er vrijer en fijner uitzien en je bent niet gebonden aan de afmetingen van de bakken. Maar hee… dat is smaak!
Of je groot of klein begint ligt aan je beschikbare tijd, energie en geld. Als je een beeld hebt van een weelderige gigamoestuin zoals in tuinmagazines maar je hebt een drukke baan en een druk gezin, dan is het misschien raadzamer om gewoon met een paar vierkante meter te starten. Want van een paar vierkante meter heb je echt enorm veel fun en lekker eten hoor! Wij begonnen 15 jaar geleden met een perkje van 80 centimeter bij 2 meter en daar had ik toen al enorme lol van. Denk dus niet dat het (direct) groot moet. Absoluut niet.
7. Disclaimer
Wees, nu je aan het eind van m’n blog ben gekomen, niet bang dat je ineens een enorme chaotische troeptuin moet hebben. Heb je ook een gazon? Haal daar de bladeren vooral weg, maai het lekker, helemaal prima. Heb je paadjes? Veeg ze vooral aan zodat je niet uitglijdt. Dus daar kan je het goed op orde en Hollands netjes houden. Dus, over dat rommelige… Dat valt best mee hoor!
Het gaat vooral om de plekken waar je planten, struiken, en dergelijke hebt groeien. Probeer om te denken: geen lege stukken zwarte grond meer, maar een klein organisch tapijtje. Rustige hoekjes in de tuin laat je lekker iets rommeliger met een stapeltje takken, bladeren, een dakpan, etcetera, zodat de hulptroepen voor je moestuin zich ook thuisvoelen bij je. Bloeiend (of niet bloeiend) onkruid (hoewel ik tegenwoordig niet meer van onkruid spreek) wied je niet meer overal weg maar je bepaalt of het onkruid misschien een functie heeft, zoals je las over de brandnetels bijvoorbeeld. Zo wiedde ik jaren geleden diréct de stinkende gouwe weg, maar die mag nu blijven staan, als ‘ie niet in de weg staat of andere planten overwoekert.
Hopelijk helpen deze tips je om je moestuin gezond, betaalbaar en ecologisch aan te pakken. Begin je moestuinavontuur met een gezonde bodem en zorg voor een tuin waarin helpende insecten en dieren zich welkom voelen.
Moestuin beginnen? Begin met de bodem, stap af van strak en kaal, voed je bodem en ontwerp een insectenwellness. Het is een kwestie van hier en daar leren omdenken: en die verandering is voor jou én je tuin heel voordelig!
Wil je meer leren over ecologisch moestuinieren? Daarover lees je alles in mijn moestuin- en kookboek Seasons Moestuin!
Happy gardening!