Composteren deel I: de diepte in!
Zodra je organisch materiaal hebt kun je een composthoop maken. Wij begonnen zonder kennis en mikten ons tuinafval gewoon in een hoek. En in de loop der jaren leerden we meer over een goeie composthoop, de verhoudingen tussen 'bruin' en 'groen' materiaal, het versnellen van de vertering en nog veel meer.
Achtergrondinformatie
Deze blog is een online onderdeel van mijn moestuin- en kookboek Seasons Moestuin. In mijn boek leg ik je uit hoe je eenvoudig en snel een composthoop kunt maken en opstarten.
Dit is deel I van de van de serie "Composteren - de diepte in". In deze serie geven we je meer theorie over het maken van een composthoop, met tal van voorbeelden. En in deze aanvullende serie duiken we dieper in op deze geweldige materie!
Compost: koolstof: stikstofverhoudingen
Je kunt een composthoop met en zonder dierlijke mest maken. Om je composthoop op te bouwen zonder dierlijke mest neem je ⅔ deel groen materiaal en ⅓ deel bruin materiaal. Heb je dierlijke mest tot je beschikking, dan gebruik je ⅓ deel groen materiaal, ⅓ deel bruin materiaal en ⅓ deel dierlijke mest.
Dat is de meest eenvoudige manier, maar is dat best wel ruim gemeten. Als je wat meer tijd en moeite wilt steken in composteren dan kan je nog wat dieper in de juiste verhouding te duiken. Dat geeft nog betere kwaliteit compost.
Waarom niet gewoon alleen de bruin-groen verhouding gebruiken? Omdat er binnen elk type organisch materiaal verschillende niveau's van koolstof en stikstof zijn - bekend als de koolstof-stikstofverhouding (C:N).
Kijk eens naar de onderstaande grafieken. Je kunt zien dat er een hele reeks artikelen is met verschillende gradaties van koolstof en stikstof die theoretisch binnen de categorieën Bruin en Groen passen.
Groen materiaal
Technisch gezien is elk organisch materiaal met een lager koolstofgehalte in zijn C:N dan wat optimaal is voor compostering (30:1) een groen materiaal.
Bruin materiaal
Elk organisch materiaal met een hoger koolstofgehalte in zijn C:N dan wat optimaal is voor compostering (30:1) een bruin materiaal.
C:N verhouding
Over het algemeen nemen we als beste verhouding als 25:1 tot 30:1. Dat betekent 25 of 30 gewichtsdelen koolstof per gewichtsdeel stikstof.
Bij de lagere C:N-verhoudingen zal er een overmaat aan stikstof worden toegevoegd die kan leiden tot de productie van ammoniak. Dit heeft de onaangename geur die veel composteerders op een bepaald moment in hun composteringscarrière zullen ervaren.
Bij hogere C:N-verhoudingen (meer dan 30:1) zal er niet genoeg stikstof zijn om voldoende microbiële groei te ondersteunen en zal de microben populatie te laag zijn om voldoende warmte te produceren, met als gevolg dat het afbraakproces erg traag zal zijn.
LET OP: C:N-tabellen kunnen gebaseerd zijn op droge of natte gewichten van materialen, dus ze zijn mogelijk niet direct vergelijkbaar. Bovendien zijn de tabellen meestal gebaseerd op de totale hoeveelheid koolstof die in het materiaal aanwezig is, maar niet al deze koolstof zal beschikbaar zijn tijdens het relatief korte composteringsproces.
Stro en houtachtige materialen hebben een hoog koolstofgehalte (Stro 75:1, hout en twijgen 700:1), maar het zit opgesloten in complexe moleculen die veel langer nodig hebben om af te breken. De hoeveelheid lignine die in de materialen aanwezig is, is een andere belangrijke factor, aangezien lignine, aanwezig in houtachtige materialen, langzaam wordt afgebroken. Dit betekent dat hoe meer lignine in het materiaal, hoe langzamer het composteert in vergelijking met andere ingrediënten met een vergelijkbare C:N-verhouding.
Houtachtig materiaal heeft echter meer tijd nodig om het composteringsproces te voltooien, stimuleert schimmelactiviteit die resulteert in compost die uitstekend is als bodemverbeteraar. De draden van het schimmelmycelium zijn vaak te zien in op hout gebaseerde compost. Actinomyces-soorten en andere schimmels produceren een kenmerkende geur en breken de lignine af, waardoor de koolstof in het materiaal beschikbaar komt voor de compost.
Hoewel het langzaam composteren van versnipperde houtachtige materialen is, is het ook een goed vulmiddel bij het composteren van fruit en keukenafval.
C: N Verhouding in oplopende volgorde van koolstofgehalte
Materiaal | C: N |
Visresten | 2.6-5:1 |
Varkensmest | 6:1 |
Kippenmest (legkippen) | 6:1 |
Kippenmest (oud) | 7:1 |
Humus | 10:1 |
Pluimveemest | 10:1 |
Haar/vacht | 10:1 |
Groenteafval | 11:1 |
Alfalfa | 12:1 |
Schapenmest | 13-20:1 |
Snijafval uit de keuken | 12-25:1 |
Keuken afval | 15:1 |
Voedselresten | 17:1 |
Grasmaaisel | 9-25:1 |
Zeewier | 19:1 |
Koffiedik | 14-25:1 |
Koemest | 20:1 |
Vers onkruid | 20:1 |
Klaver | 23:1 |
Paardenmest | 20-50:1 |
Houtas | 25:1 |
Groene bladeren | 26:1 |
Fruitafval | 25-49:1 |
Algemeen tuinafval | 30-40:1 |
Bananenschillen | 32:1 |
Notendoppen | 35:1 |
Verse bladeren | 37:1 |
Paddenstoelen Compost | 40:1 |
Krantenpapier | 50-200:1 |
Maïskolven | 56-123:1 |
Maïsstengels | 60-73:1 |
Paardenmest gemengd met stro | 60:1 |
Bladeren gedroogd | 35-85:1 |
Veenmos | 58:1 |
Dennennaalden | 60-100:1 |
Stro/Hooi | 75-100:1 |
Tarwestro | 100-150:1 |
Keukenpapier | 110:1 |
Kantoorpapier | 129:1 |
Schors (naaldhout) | 131-1285:1 |
Zaagsel (verteerd) 3 jaar oud | 142:1 |
versnipperde krant | 170:1 |
Papier | 170:1 |
Houtsnippers (zacht hout) | 226 |
Zaagsel (2 maanden verteerd) | 325-625:1 |
Karton (versnipperd) | 350:1 |
Karton (golfkarton) | 563 |
Takjes (klein) | 500:1 |
Zaagsel (vers) | 500-600:1 |
Houtsnippers & twijgen | 700:1 |
Conclusie
Hopelijk ontdek je dat je enorm veel materiaal kunt verwerken in je composthoop en krijg je wat meer grip op hoe je een goed functionerende composthoop krijgt.
Ik was altijd enorm fan van schoenen en kon er eigenlijk niet teveel van hebben. Maar sinds we een composthoop hebben is m'n schoenenverslaving totaal verdwenen en word ik blij van huis(tuin)gemaakte verse compost!
Lees hier deel II van "Composteren - de diepte in"