nadelen van wisselteelt

Waarom ik geen wisselteelt gebruik, maar kies voor polycultuur

Toen ik begon met moestuinieren, kwam ik al snel de term 'wisselteelt' tegen. Vier vakken, vier teeltgroepen, elk jaar doorschuiven. Het leek overzichtelijk en logisch. Maar in de praktijk liep ik vast. De schema’s werkten niet goed voor mijn kleine tuin, ik wilde méér variatie per vak, en ik merkte dat ik vaak planten op een plek zette waar het ‘volgens het schema’ moest — terwijl het daar eigenlijk niet goed voelde.

Inmiddels werk ik al jaren met polycultuur. En hoe langer ik ermee werk, hoe duidelijker het wordt: voor een natuurlijke, diverse en veerkrachtige moestuin is polycultuur voor mij geen alternatief, maar een veel krachtiger uitgangspunt.

Wat is wisselteelt eigenlijk?

Wisselteelt is een veelgebruikte methode waarbij je je moestuin verdeelt in vakken of bakken. Elk vak krijgt een specifieke gewassenfamilie toegewezen. Na elk seizoen schuif je deze families door naar het volgende vak. Zo zou je op elke plek pas na zes jaren opnieuw dezelfde familie plant zetten. Het idee is dat je zo de bodem beschermt tegen uitputting en plagen.

Een voorbeeldindeling met zes bakken ziet er zo uit:

BakTeeltgroepVoorbeelden
1VruchtgewassenTomaat, paprika, courgette, pompoen
2BladgewassenSla, andijvie, spinazie, snijbiet
3WortelgewassenWortel, pastinaak, biet, radijs
4KoolgewassenBoerenkool, broccoli, bloemkool
5PeulgewassenDoperwt, sperzieboon, kapucijner
6AardappelAardappel

Na het eerste jaar schuift elke groep één bak op, bijvoorbeeld:

  • in jaar 2 gaan de vruchtgewassen naar bak 2
  • de bladgewassen naar bak 3
  • enzovoort, tot je na zes jaar weer bij bak 1 uitkomt

📏 Dit vraagt behoorlijk wat planning én ruimte. In kleinere tuinen is het vaak lastig vol te houden.

“Je moet behoorlijk goed zijn in plannen om dit werkend te krijgen. En je moet van schema’s houden.” — Thuis in de moestuin

Daar komt bij dat je in dit systeem per bak één gewastype aanhoudt. En dat is precies het probleem: je creëert monocultuur — en dat is nu juist wat het bodemleven ondermijnt.

Waarom monocultuur je bodem ondermijnt

De bodem is de basis van alles. In het hoofdstuk De bodem is de basis leg ik uit waarom een rijk bodemleven essentieel is voor een gezonde tuin. Bacteriën, schimmels, wormen en andere micro-organismen werken samen met plantenwortels om voedingsstoffen op te nemen en het bodemmilieu gezond te houden.


“In de natuur zie je nooit grote lappen grond met maar één plantensoort. Alles leeft met elkaar samen.” — Thuis in de moestuin


Wisselteelt is ontstaan vanuit de landbouw, met als doel om ziektes en plagen te vermijden en opbrengst te behouden. Maar het systeem is gebaseerd op het idee van controle — niet op samenwerking met de natuur. En het gaat uit van vakken met één gewastype per keer: monocultuur.

Wanneer je monocultuur toepast — zoals in wisselteelt gebeurt — breng je elk jaar een vak terug tot één gewastype. Je doorbreekt daarmee de balans. Je put de bodem eenzijdig uit, stimuleert geen samenwerking tussen soorten, en verarmt het bodemleven. Iedere soort plant trekt namelijk slechts een beperkt netwerk van schimmels en bacteriën aan.


“Een gezond bodemleven vraagt om variatie. Niet alleen boven de grond, maar juist ook onder de grond. Elke plant brengt zijn eigen schimmels, bacteriën en voeding mee.” — Thuis in de moestuin


In de ecologische aanpak draait alles om samenwerking: tussen planten, microben, insecten, mens en dier. Door polycultuur toe te passen vergroot je die samenwerking actief. En dat vertaalt zich in vitalere gewassen, een hogere opbrengst én minder werk aan ziekten of plagen.


“Je verbetert de bodemdiversiteit (naast niet spitten en mulchen) — polycultuur kweekt vitale gewassen en vergroot je oogst tot 60%.”


Polycultuur geeft de bodem complexiteit. Elke combinatie van planten brengt nieuwe netwerken van bodemleven op gang. Dit zie je terug in:

  • betere wateropname
  • minder ziektes
  • meer lucht in de bodem
  • betere opname van voedingsstoffen
  • een bodem die zichzelf voedt en herstelt

Waarom ik ben gestopt met wisselteelt?

De gedachte dat je met wisselteelt goed bezig bent voor je bodem, klopt alleen als je geen alternatief hebt. Maar ik merkte in de praktijk:

  • Ik werd beperkt door het schema: mijn tuin is klein, ik wil veel soorten tegelijk telen.
  • Het voelde onnatuurlijk om maar één soort per vak te zetten.
  • Ik had meer last van slakken, luis en bodemmoeheid dan toen ik begon te combineren.


“Mijn tuin werd er niet beter van. En ikzelf ook niet. Het voelde als een systeem dat meer met controle dan met natuur te maken had.” — Jessica Koomen in Thuis in de moestuin


Wat is polycultuur?

Polycultuur betekent: meerdere soorten samen in één bed. Niet door elkaar zonder nadenken, maar bewust gekozen op basis van vorm, groeisnelheid, functie en behoefte. Je plant hoog en laag bij elkaar, blad en wortelgewassen, snelle en trage groeiers. Zo ontstaat er balans.


“Ik werk met mozaïekbedden: combinaties van planten die elkaar aanvullen. Dat is geen chaos, maar compositie.” — Thuis in de moestuin


Polycultuur stimuleert het bodemleven doordat verschillende planten verschillende micro-organismen aantrekken. Het creëert schaduw, bedekking, bescherming en samenwerking. Het is diversiteit in actie.

Waarom werkt polycultuur beter voor je bodem?

In De bodem is de basis beschrijf ik hoe planten het bodemleven activeren. Elke wortel stimuleert andere bacteriën en schimmels. Elke plant brengt eigen exudaten (stoffen) in de bodem. Samen maken ze het bodemleven rijker.


“Als je planten combineert, ontstaan er verbindingen onder de grond. Schimmels vormen netwerken, bacteriën versterken elkaar, de bodem wordt veerkrachtiger.” — Thuis in de moestuin


Met wisselteelt (monocultuur) stimuleer je dat niet. Je geeft de bodem steeds één soort prikkel. Met polycultuur geef je complexiteit, samenwerking, herstel.

En dat zie je terug in:

  • betere wateropname
  • minder ziektes
  • meer lucht in de bodem
  • betere oogst

Hoe ik het nu aanpakIk maak geen teeltplan meer per vak. Ik kijk naar mijn tuin, de zon, de wind, de stand van de maan soms — maar vooral naar wat er goed gaat. Ik combineer planten die elkaar aanvullen. Zoals rucola, venkel, goudsbloem en snijbiet.


“Mijn bedden zijn geen schema’s, maar levendige stukken grond waarin ik zie en voel dat alles samenwerkt.” — Thuis in de moestuin


Ik gebruik mulch, compost, rustbedden. En ik observeer. Zie ik een plek waar veel tomaten stonden, dan zaai ik daar het jaar erop bladgroente. Niet omdat het ‘moet’, maar omdat het logisch voelt.

Moet je dan helemaal stoppen met wisselen?Nee. Je moet afwisseling blijven toepassen. Maar niet per se met een vast rotatieschema.


“Ik let erop dat ik niet elk jaar dezelfde zware voeders op dezelfde plek zet. Maar ik laat de volgorde los. Ik kijk wat een bed nodig heeft.” — Thuis in de moestuin


Dat is ook wisselen — maar afgestemd op jouw tuin, niet op papier.

In mijn tuin...

In mijn tuin staan soms vijf, zes soorten in één bed. Soms komen ze vanzelf op, soms zet ik ze bewust. Ik zie hoe de Oost-Indische kers de bladluis aantrekt, zodat de boerenkool ernaast schoon blijft. Hoe goudsbloem bijdraagt aan luchtigheid in de grond. Hoe een mix van structuren het bed koel houdt in de zomer.

En elk jaar wordt de bodem beter. Omdat ik werk mét het leven, niet tegen.

Verder lezen

Wat is polycultuur en waarom werkt het zo goed in de moestuin?

Hoe werkt de Mozaïekmethode?

Goede plantcombinaties voor jouw tuin

Meer leren?

In mijn boek Thuis in de moestuin lees je precies hoe ik overstapte van wisselteelt naar polycultuur. Hoe ik leerde kijken naar bodemleven, naar samenwerking, naar balans. Inclusief voorbeelden, combinaties en mozaïekplannen.

📘 ➤ Bekijk het boek »


Reactie plaatsen