Gister was het de laatste zondag van april! Deze dag is uitgeroepen tot de Dag van de Paardenbloem. Toen ik rondliep in de tuin en deze prachtige gele bloemen overal zag bloeien, besefte ik dat ik een enorme ontwikkeling heb doorgemaakt in de tuin en de moestuin. Ik wil je graag meenemen in deze reis en mijmering.
Toen we in 1999 verhuisden naar onze vorige woning zat daar een heerlijke tuin bij. Wat een verademing na een aantal jaren op een flat te hebben gewoond! De tuin was enorm verwaarloosd, en op één zonnebloem na was het een en al onbegaanbaar overwoekerd terrein of grindtegels. Ik studeerde aan het conservatorium en mijn lief was net zzp-er geworden. Tijd en geld hadden we niet in overvloed, dus we pakten het eenvoudig aan: mijn vader maakte een prachtig terras van oude waaltjes en verder legden we graszoden neer. Borders? Geen geld voor, ook bar weinig geen interesse in.
Dat veranderde al snel omdat je eenmaal veel meer buiten gaat leven als je een fijne tuin hebt. We legden borders aan en ik maakte plek voor een minimoestuintje achter de schuur. Nog met het oude idee ging ik te werk: het gazonnetje als focuspunt werd keurig gemaaid en ik haalde zo af en toe wat sierplanten uit het tuincentrum. Onkruid moest wijken uit de borders, dus ik wiedde stápels met winterpostelein (ik wist toen nog niet dat dit geweldige plantje eetbaar was!), kleine veldkers maar ook de ‘vervelende’ brandnetel en de paardenbloemen.
Verzuiling in beplanting
Waarom we een scheiding hebben gemaakt tussen sierplanten uit het tuincentrum en de spontaan aangewaaide planten; ik weet het niet. Maar jammer is het wel. Want onkruid heeft nog steeds een negatieve connotatie en dat is in veel gevallen onterecht. Sterker nog; door ons te richten op de zogenaamde ‘tuincentrumbeplanting’ hebben we onze natuur uit balans gebracht.
Ik heb van jongsaf aan van mijn moeder geleerd om ‘zuinig met de natuur’ om te gaan; hergebruiken waar je kunt en niets verspillen. Toen ik op mezelf ging wonen liet ik dat los, maar toen we onze tuin kregen kwam dat besef weer omhoog en ging ik mij verdiepen in ‘ecologisch’ tuinieren. Ik vond een website en daar leerde ik onder andere over een ecologische aanpak van plagen en ziektes in de tuin. Wat ik leerde was dat een monocultuur tuin eigenlijk een uitnodiging is voor een ecologische onbalans en dat in veelzijdigheid in de tuin juist de kracht ligt. Monocultuur betekent; één gewas op één plek. Dit zie je in de reguliere landbouw (velden vol met slechts één soort), maar ook in tuinen. Veel old skool hoveniers denken bijvoorbeeld nog (te?) veel in vakken met één of twee soorten beplanting. Je ziet daarom vaak grotere vakken met bijvoorbeeld damesmantel (hoewel prachtig) en een prachtige rij met één haagsoort. Onkruid heeft in de reguliere ontwerpen nooit een plek.
Biodiversiteit
Maar ik leerde dat de paardenbloem of brandnetel een waardplant is voor bepaalde nuttige insecten. Insecten die in de kringloop thuishoren, waardoor de ecologische balans in de tuin kan terugkomen. Insecten spray je dus net weg, maar daarvoor maak je juist plaats in je tuin. Want net zoals wij weinig hebben aan 6 voeten en 11 handen (een setje van 2 volstaat), zo is het ook in de tuin. De diversiteit hebben we nodig; allerlei taken in de tuin worden uitgevoerd door verschillende dieren en planten die in de natuur voorkomen. Een gigantisch gazon met een monocultuur in borders trekken niet zoveel nuttige insecten als een tuin waarin veel verschillende inheemse beplanting en bloemen staan, waar misschien een vijver is en waar er ruimte is voor ‘onkruid’.
Zoals alles in ons lichaam een functie heeft en er onbalans kan ontstaan als er iets uitvalt; zo is dat ook in de natuur. Je moet die onbalans dan weer met veel moeite herstellen. En gelukkig kan dat en weten we beter meer hoe dat moet. Tuinieren met de natuur mee, om het maar zo te zeggen. De natuur weet het namelijk altijd het beste. Dus toen ik dat begon te ontdekken kreeg onkruid een plek in mijn tuin. Wieden doe ik nog steeds, maar alleen als het in de weg staat.
Bloemen
Ik leerde ook dat bloemen van belang zijn in de tuin. Ik kocht zo af en toe wat in het tuincentrum, als ik geld had. En ik kreeg ook veel; pioenrozen (prachtig!), schoenlappersplant, geraniumsoorten en zoveel meer. Mijn moeder voorzag me regelmatig van zaden, onder andere die van stokrozen, waar ik nog steeds dol op ben. Die nam ze mee als ze uitgebloeide bloemen zag tijdens het wandelen. Altijd wel iets in haar jaszak te vinden! Vreemd genoeg dacht ik er verder niet aan om me te verdiepen in het zelf zaaien van eenjarige en vaste planten. Ik kocht wel eens een eenjarige bloeier en vond dat zonde van mijn geld: het bloeide maar één jaar! Dus van een rijk bloeiende tuin van geen sprake.
Ik moet nog steeds grinniken als ik aan die tijd terugdenk. Want wat kun je veel leren als je ervoor open staat! Nu jeuken mijn handen in het vroege voorjaar en zaai ik niet altijd mijn groente en kruiden maar zéker ook mijn bloemen. Veel bloemen. En veel verschillende soorten. Ook bloemen trekken nuttige insecten aan die tegen tegen witte kasluis, rupsen of luizen werken en die zweefvliegen, bijen, vlinders aantrekken. Hoe meer er groeit; hoe grotere de biodiversiteit zal worden waardoor de ecologische balans zal verbeteren.
Laatst vertelde mijn vriendin dat in hun nieuwe tuin veel vraat is, de vorige bewoner had hen er al voor gewaarschuwd. Inmiddels weet ik dat dat niet zozeer komt door een kleine tuin maar door monocultuur. Door na te denken over diversiteit in je beplanting kun je dit tegengaan.
De biodiverse moestuin
En daarom heeft een moestuin ook zoveel baat bij die diversiteit! Inheemse bloemen, onkruid, heesters: het heeft allemaal een functie waar jouw moestuin baat bij heeft. Dus bloemen staan niet alleen mooi; ze hebben ook een fantastische functie! Koop bioplantjes of zaad van inheemse soorten: deze gedijden goed in Nederland en de insecten hebben hier ook iets aan. De bloemen in reguliere tuincentra hebben vooral een esthetische functie, en omdat ze zo zijn doorontwikkeld kunnen onder andere bijen hier zeer weinig mee.
Een lijstje van nuttige beplanting
Normaal ben ik van de lijstjes: wat kun je zaaien of uitplanten voor jouw tuin? In deze blog geef ik geen concrete lijstjes, maar daag ik je uit om gewoon eens de tijd te nemen om jouw tuin te bekijken. Wat groeit er allemaal; hoe biodivers is jouw tuin? Groeit en bloeit er het hele jaar door – dus ook in de winter – van alles en nog wat? Zijn er nog stukken monocultuur in je tuin waar je meer diversiteit in kunt brengen? Is er een stuk terras of betegeling dat plaats kan maken voor beplanting? Zijn er schuttingen of muren die plek kunnen geven aan klimmers? Is er plek voor bomen, heesters of misschien zelfs een vijver?
En wil je echt een lijstje en meer inspiratie? Lees dan mijn boek Seasons Moestuin; daarin staan veel voorbeelden voor een biodiverse moestuin!
Tot slot
Ik hoop dat ik je met deze blog inspireer om buiten de gebaande wegen te treden. Wie weet laat je nu wel die weegbree staan die steeds omhoogkomt langs het tegelpad bij de schuur. Bedenk je je nog een keer voordat je de paardenbloem uit de boomspiegel wilt trekken. Of roei je de brandnetel niet meer volledig uit en geef je de natuur de ruimte om op te laten komen wat de wind je kado geeft.
Als het jou net zo vergaat als bij mij; dan word je er een rijker mens van, krijg je meer oog voor de natuur en neemt de biodiversiteit in je tuin toe. Wie weet inspireer jij ook weer anderen om dit ook te gaan toepassen!